Begroting

De begroting is bedoeld om een overzicht te geven van alle inkomsten en uitgaven voor het komende jaar. Daarnaast biedt de begroting een overzicht van de ingestelde spaardoelen, de inleg per spaardoel per maand en de haalbaarheid van spaardoelen met een eindbedrag.

Berekening haalbaarheid spaardoelen

Voor de bepaling van de inleg voor de spaardoelen wordt als volgt te werk gegaan:

  • Als eerste de spaardoelen met alleen een eindbedrag gesorteerd op hoogste in te leggen bedrag per maand
  • Daarvan wordt begonnen bij de ingestelde ‘Laatste maand’ en zo naar voren gewerkt totdat het totale bedrag is verdeeld over de maanden
  • Daarna komen de spaardoelen met een percentage eerst gesorteerd op kortste inlegperiode, daarna op hoogste percentage
  • Deze beginnen bij de ‘Eerste maand’ en nemen een deel van het nog overgebleven bedrag
Voorbeeld:
Elke maand een positief resultaat van 1000 euro
Spaardoel1 met alleen eindbedrag 1200 euro met ‘Eerste maand’ = januari en ‘Laatste maand’ = juni
Spaardoel2 met alleen eindbedrag 3600 euro met ‘Eerste maand’ = januari en ‘Laatste maand’ = december
Spaardoel3 met percentage 10% met ‘Eerste maand’ = januari en ‘Laatste maand’ = april
Spaardoel4 met percentage 60% met een eindbedrag van 1500 euro met ‘Eerste maand’ = april en ‘Laatste maand’ = december
Spaardoel5 met percentage 20% met ‘Eerste maand’ = april en ‘Laatste maand’ = juli

Volgorde bepaling: Eerst de spaardoelen met alleen een eindbedrag. Dat zijn Spaardoel1 en Spaardoel2. Deze worden gesorteerd op hoogste in te leggen bedrag per maand. Spaardoel1 heeft een periode van 6 maanden en een eindbedrag van 1200 euro. 1200 / 6 = 200 euro per maand Spaardoel2 heeft een periode van 12 maanden en een eindbedrag van 3600 euro. 3600 / 12 = 300 euro per maand

Spaardoel2 komt dus voor Spaardoel1

Daarna de spaardoelen met een percentage. Dat zijn Spaardoel3, Spaardoel4 en Spaardoel5. Deze worden gesorteerd op korste inlegperiode en daarna op hoogste percentage Spaardoel3 heeft een inlegperiode van 4 maanden en een percentage van 10 Spaardoel4 heeft een inlegperiode van 9 maanden en een percentage van 60 Spaardoel5 heeft een inlegperiode van 4 maanden en een percentage van 20

Spaardoel3 en Spaardoel5 hebben de korste inlegperiode. Spaardoel5 heeft van die twee het hoogste percentage en komt dus als eerste. Daarna dus Spaardoel3 en Spaardoel4 als laatste.

Volgorde van afhandeling:

  • Spaardoel2
  • Spaardoel1
  • Spaardoel5
  • Spaardoel3
  • Spaardoel4

Inleg bepaling:

Spaardoel2:

Een eindbedrag van 3600 euro te sparen tussen januari en december. Dus in december moet dat bedrag gespaard zijn. Voor spaardoelen met alleen een eindbedrag wordt vanaf de ‘Laatste maand’ gerekend. Elke maand is er een positief resultaat van 1000 euro. In december schrijven we dus 1000 euro toe aan Spaardoel2. Dit doen we ook voor november en oktober. Dan blijft er nog 600 euro over. Deze wordt weggeschreven in september maar in deze maand blijft dus nog 400 euro aan positief resultaat over. Deze kunnen we later nog verdelen. Hiermee is Spaardoel2 behaald en zal er een groen vinkje voor de naam verschijnen ten teken dat het volledige bedrag gespaard kan worden.

Spaardoel1:

Een eindbedrag van 1200 euro te sparen tussen januari en juni. Dus in juni moet dat bedrag gespaard zijn. In juni is er nog geen bedrag toegeschreven aan een ander spaardoel dus het volledige positieve resultaat van 1000 euro schrijven we toe aan dit spaardoel. Dan blijft er nog 200 euro over en dan wordt weggeschreven in de maand mei. Ook Spaardoel1 wordt dus behaald.

Spaardoel5:

Een percentage van 20% tussen april en juni. Spaardoelen met een percentage beginnen bij de ‘Eerste maand’. Per maand wordt er voor Spaardoel5 20% van het nog niet weggeschreven positieve resultaat toeschreven aan Spaardoel5. In april is dit 20% van 1000 euro. Dat is 200 euro. In mei is er al 200 euro afgeschreven door Spaardoel1. Er blijft nog 800 euro over. 20% van 800 euro is 160 euro. In juni is het volledige positieve resultaat al afgeschreven door Spaardoel1 waardoor we aan Spaardoel5 geen bedrag meer kunnen toekennen. Voor Spaardoel5 zal dus in totaal 360 euro gespaard kunnen worden.

Spaardoel3:

Een percentage van 10% tussen januari en april. In de maanden januari, februari en maart zijn er nog geen bedragen toegekend aan een ander spaardoel. Voor deze maanden wordt dus 10% van 1000 euro toegekend aan Spaardoel3. Voor de maand april heeft Spaardoel5 al 200 euro toegekend gekregen. Er blijft dus nog 800 euro over van het positief resultaat van 1000 euro. De berekening voor Spaardoel3 gaat echter gewoon over de volledige 1000 euro. Anders zou meerdere via percentage nooit het volledige resultaat toegekend kunnen worden. Dus ook voor april krijgt Spaardoel3 10% van 1000 euro. In totaal zal dit dus 400 euro opleveren voor Spaardoel3.

Spaardoel4:

Een percentage van 60% met een ‘Eindbedrag’ van 1500 euro tussen april en december. In april wordt er volgens dezelfde regel als Spaardoel3, 60% van 1000 euro toegekend. Dat komt neer op 600 euro. Er blijft dus nog 900 euro over om te sparen. In mei heeft Spaardoel1 200 euro toegekend gekregen. Er blijft nog 800 euro over ondanks dat ook Spaardoel5 hier een bedrag van heeft toegekend gekregen, wederom via dezelfde regel als Spaardoel3. 60% van 800 euro is 480 euro. Er blijft dus nog 420 euro over om te sparen. In juni is het volledige bedrag al toegekend aan Spaardoel1. In juli is nog het volledige bedrag beschikbaar. 60% van 1000 euro is 600 euro. Echter hiermee overschreiden we het ‘Eindbedrag’ van 1500 euro. Dus wordt er in de maand juli de overgebleven 420 euro toegekend.